De Raad van State heeft een advies uitgebracht over de invoering van een wettelijk recht op betaald verlof voor werknemers met een gezin met minderjarige kinderen waarvan een partner of minderjarig kind is overleden, het zogenoemde rouwverlof. Dit verlof zou minimaal één keer de arbeidsduur per week moeten bedragen. Het wetsvoorstel kan een basis zijn van waaruit de werkgever en werknemer maatwerkafspraken kunnen maken over bijvoorbeeld verlof en terugkeer naar het werk. De Raad van State onderkent de behoefte, maar vraagt vooral om onderbouwing voor het complexer maken van het verlofstelsel, de afbakening van de doelgroep en de minimumnorm van een week. Rouwverlof is immers maatwerk. Lees meer over het advies van de Raad van State.

Mensen die in aanmerking komen voor de coronaprik, waaronder medewerkers in de zorg met direct contact met kwetsbare cliënten, kunnen de coronaprik nog halen tot en met 6 december. Zij kunnen een afspraak maken via planjeprik.nl of bellen met 0800 7070.

Op woensdag 6 november 2024 is het overleg voor een nieuwe cao VVT opgeschort vanwege de gezamenlijke constatering dat er te weinig financiële ruimte is om tot een goede cao te komen. Lees hier meer. Vanwege de gewijzigde situatie hebben wij de ALV van 12 november geannuleerd.

Op vrijdagmiddag 1 november 2024 meldde Skipr dat de VNG overweegt uit het IZA te stappen. Hoewel er later in november nog een stemming plaatsvindt tijdens de ALV, lijkt het besluit door het VNG-bestuur al genomen. De VNG maakt zich grote zorgen over het kabinetsbesluit om de bezuinigingen voor het Ravijnjaar 2026 te handhaven en bovendien nog eens 300 miljoen euro te korten op preventie, juist het speerpunt van het IZA. Het vertrek van de VNG zou een groot verlies betekenen voor het IZA, zowel als gesprekspartner als financier. Zonder betrokkenheid van gemeenten is het nagenoeg onmogelijk om verder te werken aan welzijn en preventie. Zorgthuisnl hoopt dat de duidelijke boodschap van de VNG het ministerie ertoe aanzet om in actie te komen, aangezien de betrokkenheid van de VNG van cruciaal belang is voor het succes van het IZA. Emily Dopper reageerde afgelopen vrijdag namens Zorgthuisnl op Zorgvisie, lees hier het artikel.

Ziekteverzuim VVT – 3e kwartaal 2024 Het verzuim in de VVT-branche over het voortschrijdend jaar 2023-4 t/m 2024-3 is 9,09%. De meldingsfrequentie over het voortschrijdend jaar 2023-4 t/m 2024-3 is 1,31. Ten opzichte van een jaar geleden zijn zowel verzuim als meldingsfrequentie (nagenoeg) gelijk gebleven. Klik hier voor factsheet ‘VVT Q3-2024” voor informatie. Opvallend is dat vergeleken met twee jaar geleden het korte verzuim is afgenomen, maar het verzuim langer dan een jaar toegenomen; het verzuim bij werknemers van 56 jaar en ouder is toegenomen ten opzichte van vorig jaar.

Per 1 oktober 2024 is Ockje Tellegen aangetreden als onafhankelijk voorzitter van de Kompasraad. Zij wordt ondersteund door de nieuwe secretaris Jacqueline Klein Gunnewiek. Ockje Tellegen werkte als diplomaat bij Buitenlandse Zaken en was daarna ruim tien jaar lid van de Tweede Kamer (VVD). Naast haar woordvoerderschap langdurige zorg en medische ethiek, was zij eerste ondervoorzitter van de Tweede Kamer, lid van het Presidium en voorzitter van de vaste Kamercommissie Onderwijs Cultuur en Wetenschap. Sinds afgelopen jaar is zij voorzitter van de Bestuurlijke Alliantie (IZA) Samen Zorgen voor Morgen voor de regio Rotterdam Capelle Krimpen. Mensen met verschillende belangen en achtergronden bij elkaar brengen en houden om een gemeenschappelijk doel te bereiken, is wat Ockje drijft in haar werk. Dit past goed bij waar het Generiek Kompas naar streeft. Het Generiek Kompas zit nu in de implementatiefase. Ockje zal samen met Jacqueline Klein Gunnewiek de Kompasraad leiden en het proces tijdens implementatie begeleiden. Jacqueline heeft een uitgebreide achtergrond in de zorg, van huisartsen- tot ziekenhuiszorg. Vanuit haar eerdere rol bij ZN, is zij in de beginfase betrokken geweest bij het tot stand komen van het Generiek Kompas.

Afgelopen maandag 21 oktober 2024 heeft de minister besloten om het Stagefonds Zorg na 2027 stop te zetten. Als Zorgthuisnl vinden wij dit een onbegrijpelijk besluit gezien de toenemende personeelsschaarste in de zorg. Aan de IZA thematafel arbeidsmarkt dringen wij er bij VWS op aan om dit besluit te heroverwegen, zodat zorgorganisaties de benodigde middelen hebben om toekomstige generaties zorgprofessionals op te leiden en te begeleiden. Het opleiden en begeleiden van nieuwe zorgprofessionals is essentieel om de continuïteit en kwaliteit van de zorg te waarborgen. Het Stagefonds is voor aanbieders één van de belangrijkste subsidies waarmee zorgorganisaties de extra kosten betalen, als gevolg van het opleiden van stagiaires en leerlingen. De subsidiepot wordt ieder jaar dan ook volledig uitgeput en zelfs overvraagt. Het bieden van stageplaatsen en begeleiding vergt aanzienlijke middelen en inzet, iets wat zonder adequate ondersteuning moeilijk vol te houden is. De afbouw van het Stagefonds brengt het reële risico met zich mee dat minder organisaties bereid of in staat zijn om stageplaatsen aan te bieden, wat uiteindelijk de instroom van nieuwe zorgprofessionals ernstig zal belemmeren.

Het debat over palliatieve zorg en stervensbegeleiding, welke ingepland stond voor woensdag 16 oktober 2024 is uitgesteld. Een nieuwe datum volgt. Als Zorgthuisnl hadden wij via deze brief onze input aangeleverd voor het debat. Kernboodschap van deze brief is dat wij met regelmaat het signaal ontvangen van aanbieders dat zij vinden dat zij hun palliatieve cliënten tekortdoen, doordat zij zich gebonden voelen aan de gemiddelde urennorm die in het contract met de zorgverzekeraar staat. De zorg die nu wordt geleverd is vaak taakgericht (de wijkverpleging doet de handelingen die gedaan moeten worden), terwijl palliatieve zorg meer is dan alleen de uitvoering van handelingen (zie kwaliteitskader palliatieve zorg). Als oplossing pleiten wij ervoor om de groep palliatief terminale cliënten buiten de urennorm te houden. Onze input is opgepikt door Tweede Kamerlid Rosanne Hertzberger (NSC), welke heeft aangegeven ons punt in te brengen tijdens het debat.

Onder het ‘Generiek Kompas – Samen werken aan kwaliteit van bestaan’ worden medicatiefouten nog steeds geregistreerd door zorgmedewerkers. Dat bevestigde staatssecretaris Langdurige en Maatschappelijke zorg Vicky Maeijer (PVV) tijdens een debat over de ouderenzorg in de Tweede Kamer gisteren. In het debat werd gesproken over de vraag of het Generiek Kompas voldoende concrete, objectieve en toetsbare normen bevat waar zorgaanbieders aan moeten voldoen. Kamerleden stelden onder andere dat door de invoering van het kompas geen toezicht meer zou zijn op medicatiefouten in de ouderenzorg. Dit is onjuist. Het Generiek Kompas is een samenwerking van 17 partijen. Deze 17 partijen zijn allen betrokken bij ondersteuning, zorg en behandeling voor mensen met een zorgvraag en vertegenwoordigen ouderen, cliënten, naasten, mantelzorgers, zorgprofessionals, zorgaanbieders en financiers. Het Kompas is gericht op ‘samen werken aan kwaliteit’ van bestaan en draagt daarmee bij aan de kwaliteit van ondersteuning, zorg en behandeling. Het Kompas ondersteunt persoonsgericht werken en zet een beweging in gang waarbij we ons richten op kwaliteit van bestaan. Het stelt echter niet dat zorgaanbieders het toezicht op alle kwaliteitsstandaarden of normen loslaten. Het Kompas doet recht aan wat nu goed werkt en maakt ruimte voor wat anders kan en moet. Gesprek staatssecretaris Staatssecretaris Maeijer bevestigt deze informatie in reactie op vragen van Kamerleden in het debat. Vanuit de wet WKKGZ maken zorgprofessionals nog steeds verplicht melding van (medicatie)calamiteiten bij de Inspectie voor de Gezondheidzorg en Jeugd (IGJ). ‘Er is hierin geen verandering met hoe dit was geregeld voor het aannemen van het Generiek Kompas door het zorgveld.’ De staatssecretaris zegde de Kamer toe met alle partijen van het Kompas om tafel te gaan en de landelijke borging van kwaliteit en veiligheid te bespreken. De partijen verantwoordelijk voor de totstandkoming van het Kompas zien uit naar dat overleg. Vertrouwen in professionaliteit Leren en verbeteren maakt een belangrijk onderdeel uit van het Kompas. Hiertoe worden ook gegevens vastgelegd en gemeten. Bij het Generiek Kompas hoeven zorgorganisaties dit soort gegevens niet meer landelijk aan te leveren ter verantwoording. Een landelijke aanleverplicht leidt immers niet tot minder risico’s maar wel tot meer registratielast voor organisaties. Individuele zorgprofessionals registreren voor het zorg- en behandelproces de noodzakelijke gegevens uiteraard wel in het patiënten- of cliëntendossier. Op basis van deze gegevens monitoren organisaties samen met zorgprofessionals nog steeds de bestaande standaarden voor kwaliteit en veiligheid van de zorg voor cliënten en patiënten. Ook kunnen de kwaliteitsindicatoren nog steeds worden gebruikt door zorgorganisaties- alleen de verplichting tot het landelijk aanleveren (en de daarbij behorende administratielast) is komen te vervallen. In het Kompas is afgesproken dat zorgorganisaties zich jaarlijks verantwoorden in een kwaliteitsbeeld. Het kwaliteitsbeeld biedt -onder andere- inzicht hoe professionals leren en ontwikkelen, maar ook over hoe mensen met een zorgvraag en mantelzorgers de zorg ervaren, wat jaarlijks gemeten wordt. Met het kwaliteitsbeeld wordt inzicht verkregen in de kwaliteit en veiligheid, wordt gewerkt aan continue leren en verbeteren en wordt de administratieve last voor zorgprofessionals beperkt tot zaken die relevant zijn voor de zorg in de praktijk. Het kwaliteitsbeeld is ook toegankelijk voor mensen met een zorgvraag en mantelzorgers.